Koor
De Amsterdamse Cantorij
Die Amsterdamse Cantorij is een kamerkoor van zo’n 28 tot 32 ervaren zangers en staat sinds 2002 onder leiding van Felix van den Hombergh. We houden van afwisseling, van muziek uit de Renaissance tot hedendaagse werken, a capella of met orkest en solisten.
We zijn een ambitieus koor met een mooie koorklank. Alle koorleden hebben zangles (gehad) en we werken aan onze ontwikkeling door middel van stemgroep repetities en door soms in kwartetten te studeren. Van onze leden verwachten we een grote muzikale inzet. Thuis muziek voorbereiden hoort daar ook bij. Ieder koorlid doet periodiek opnieuw auditie.
Dat de Amsterdamse Cantorij een koor met een goede sfeer is, blijkt uit het feit dat we veel trouwe leden hebben en dat nieuwe leden zich snel thuis voelen.
Samenstelling
Op dit moment zingen de volgende zangers bij de Amsterdamse Cantorij:
Sopranen
Helma van den Berg, Marijke Dams, Hester van den Eijnden, Christa de Graaf, Thea Haggenburg, Fleur Jurgens, Agnes van Koert, Renate Meijer, Marijke Tros, Tineke Verheus
Alten
Simone Aarendonk, Pauline de Die, Judith Dubbeld, Jaro van der Ende, Hilda Houtkoop, Madelon Kerkhoven, Julia Ose, Geraldine Raap, Margriet Rienks, Willy Smit
Tenoren
Ton Bakker, Pete Boonstra, Bram Coops, Gert van ’t Hof, Freek Kluen, Adrien Kuijten, Jan Erik Krikken, Edwin Oudemans, Maarten Vlijmincx
Bassen
Rob Beck, Ruurd Buijse, Paul Dros, Peter Hendriks, Luc Klaphake, Sjaak Lauwers, Niek van Noppen
Naast de ‘vaste’ leden zingen er bij ieder project (vaak meerdere) projectleden mee.
Kamerkoor met een rijke historie
In 2024 bestaat de Amsterdamse Cantorij 65 jaar. Daarmee is het een van de oudste kamerkoren van Amsterdam. Maar nog altijd dynamisch en springlevend. We zijn trots op onze naam en onze historie, maar we zijn geen cantorij, we horen niet bij een kerk. We zijn vooral een kamerkoor. Soms wat uitgebreider, bijvoorbeeld bij concerten met dubbelkorigheid.
Kroniek van de Amsterdamse Cantorij
De Kroniek van de Amsterdamse Cantorij is een document waarin de kleurrijke geschiedenis van de Amsterdamse Cantorij wordt beschreven, die zich uitstrekt over 65 jaar. De Kroniek bevat tevens een overzicht van alle concerten die het koor heeft gegeven én – gerangschikt naar componist – een index met alle gezongen werken. Deze editie is van november 2023.
Geschiedenis in het kort
De Amsterdamse Cantorij werd in 1959 opgericht door de Amsterdamse dirigent/klavecinist Louis Mol onder de naam Amstels Kamerkoor, later veranderd in Muziekkring De Amsterdamse Cantorij. Louis Mol koos de naam ‘cantorij’ omdat hij met een klein koor naar het model van een cantorij uit de laat-renaissance en barok oude muziek op authentieke wijze wilde uitvoeren. Een praktijk die inmiddels in brede kring navolging heeft gekregen.
In de eerste twintig jaar richtte de Amsterdamse Cantorij zich o.l.v. Louis Mol uitsluitend op barokmuziek. Het was het eerste koor in Amsterdam dat de Johannes Passion van J.S. Bach uitvoerde met een klein koor en een kleine instrumentale bezetting, in die tijd een onbekend fenomeen: de Johannes Passion was toen nog het domein van oratoriumkoren en symfonieorkesten. De Amsterdamse Cantorij voerde jaarlijks de Hohe Messe van Bach uit en om de twee jaar de Mariavespers van Monteverdi. Musici en solisten waren en zijn van professioneel niveau, vaak uit het Concertgebouworkest, barokorkesten, het Nederlands Kamerkoor of andere professionele kamerkoren.
De concerten werden gegeven in tal van Amsterdamse kerken en in steden als Haarlem, Alkmaar, Amersfoort, Enkhuizen en Abcoude. Sommige concerten werden door de radio uitgezonden. In 1976 nam de Amsterdamse Cantorij in het kader van het Holland Festival deel aan een opera van Monteverdi o.l.v. Gustav Leonhardt.
Onder Barend Schuurman (vanaf 1981) en Frank Hameleers (vanaf 1987) veranderde de programmering. Er kwamen werken uit de romantische en klassieke periode en daarnaast ook muziek uit de twintigste eeuw aan bod. De Cantorij heeft ook met deze muziek vele enthousiaste concertbezoekers aan zich weten te binden.